Ten dienste van de Watersport
90 jaar Albin in Zweden
&
90 jaar Joosten in Nederland
Een bijzondere reis door de tijd van 1906 tot 1996
90 jaar geschiedenis van Albin & Joosten
Hoe is het gekomen dat Albin Marin uit Zweden haar boten in Nederland op de markt kon brengen?
Wij stelden deze vraag aan Siegfried Joosten (bij intimi meer bekend als Joost Joosten), oprichter en eigenaar van Albin Nederland. Op 1 Oktober 2013 waren Maarten en Arthur de gasten van Siegfried (77) en zijn charmante vrouw Ilja. Woonachtig in een leuk appartement te Huizen, met een schitterend uitzicht over het Gooimeer, spraken wij met hen over het heden en verleden van Albin.
Voor het antwoord op onze eerste vraag “ Hoe is het gekomen dat Albin uit Zweden haar boten in Nederland op de markt kon brengen? ” worden wij door Siegfried uitvoerig op de hoogte gebracht door in eerste instantie een flinke duik te nemen in zowel de geschiedenis van Albin in Zweden als de geschiedenis van Joosten in Nederland.
De firma Joosten omstreeks 1964, te Amsterdam, Singel 279
Van huis uit is de naam Albin meer bekend als fabrikant van bootmotoren dan als fabrikant van pleziervaartuigen. De eerste Albin bootmotor is ontworpen door Erik Larsson toen hij in 1906 als 16- jarige jongen nog op school zat.
De motor is gemaakt in de gieterij en machinefabriek van zijn vader Lars Albin Larsson, de grondlegger van wat later de Albin bootmotorenfabriek zou worden.
Overigens, de naam Albin is in Zweden een veel voorkomende jongensnaam.
De 16 jarige Erik Larsson
Ter gelegenheid van het 100 jarige bestaan van Albin is er in het jaar 2000 een jubileum boekwerkje uitgebracht, waarin de hele geschiedenis van Albin tot in detail is beschreven. Dit in het Zweeds geschreven boekwerkje is alleen al door de vele afbeeldingen heel aardig. Bekijk de inhoud van het boekwerkje met alle afbeeldingen door op de afbeelding hier naast te klikken : Boekje 100 jaar Albin
Siegfried, die de Zweeds taal beheerst, heeft voor ons dit boekje doorgelezen en ons voorzien van diverse info om de geschiedenis compleet te maken. U zult een aantal afbeeldingen uit dit jubileum boekwerkje terugzien in deze geschiedschrijving.
Het is zuiver toeval dat we met dit verhaal ook bij de geschiedenis van de familie Joosten eveneens teruggaan tot het jaar 1906. Rond 1906 startte de grootvader van Siegfried, Michiel Joosten met de import van Archimedes buitenboordmotoren en Sievert soldeerbouten en verf afbranders uit Zweden. Kantoor werd er gehouden aan de Singel 279 in Amsterdam.
Grootvader Michiel en de in 1899 geboren vader van Siegfried, Siegfried Sr., zorgden voor uitbreiding toen zij in 1924 via Archimedes in Zweden in contact kwamen met Albin en de vertegenwoordiging voor Nederland verwierven van de Albin bootmotoren. In 2014 is dit 90 jaar geleden!!!
De oorlog van 40-45 gooide, zoals voor iedereen, roet in het eten en het bedrijf werd geconfisceerd. Siegfried Joosten Sr. kon echter na een relatief korte periode, ondertussen van ‘45 tot ‘47 gewerkt te hebben bij het Militair Gezag (infrastructuur, distributie enz), het bedrijf weer terug krijgen en met veel verve werd dit bedrijf weer actief.
Order afdeling van o.a. de Albin Motoren in het pand aan de Singel.
De importschappen werden hersteld en uitgebreid met o.a. een afdeling land- en tuinbouwmachines van het merk Agria uit Duitsland en het bedrijf aan de Singel in Amsterdam bloeide snel weer op.
Verkoop afdeling van o.a. de Albin Motoren in het pand aan de Singel. Rechts Joosten Jr.
Naderhand is men verhuisd naar een groot pand op het industrieterrein “Amstel I” aan de Joan Muyskenweg in Amsterdam. Dit naast het in die tijd bekende Euromotel gelegen pand kende vooral bekendheid doordat er boven op het dak een polyester Waterland 600 kruiser was geplaatst. Goed te zien vanaf de A2 snelweg.
Het markante pand aan Joan Muyskenweg in Amsterdam
De welbekende oer Waterlandkruiser ontworpen door de bekende jachtontwerper Willem de Vries Lentsch (staal, met houten opbouw), gebouwd bij Beijnes in Beverwijk, is het “geesteskind” van Siegfried Sr.
De introductie van de Waterlandkruiser vond plaats op de HISWA in het toen nog oude RAI gebouw aan de Ferdinand Bolstraat in Amsterdam.
Tijdens de introductie op de HISWA werden er 60 Waterlandkruisers besteld!
De Joosten stand in het oude RAI gebouw 1960
De Waterlandkruiser werd daarna in grote aantallen gebouwd en uiteraard voorzien van Albin bootmotoren. Naderhand (jaren ‘60 en ’70 van de vorige eeuw) kwamen er de polyester Waterland kruisers bij, eveneens ontworpen door de jachtontwerper Willem de Vries Lentsch.
Deze boten werden naast Albin motoren ook voorzien van een Ford Watermota benzine motor, eveneens een importschap van Joosten. Ook importeerde men in die tijd de bekende Engelse Freeman en Elysian motorkruisers.
Advertentie van de Waterland –Freeman- en Elysian kruisers uit de Waterkampioen
In 1932 richtten diverse bootbouwers en handelaren (met o.a. bekende namen als Joosten, Carl Denig, Fred J. Kemper, Kersken en La Grouw) de “Nederlandse Vereniging voor Handel en Industrie op het gebied van Scheepsbouw en Watersport op. Gezien de onmogelijke benaming, is op voorstel van het bestuurslid Joosten om de naam HISWA te gebruiken aangenomen.
Bijgaande afbeelding toont het op 27 Oktober 1932 aan de Koningin verzonden schrijven met het verzoek om de bijgevoegde statuten te willen goedkeuren en de vereniging daarvoor te erkennen.
Het secretariaat was gevestigd te Amsterdam ten kantoren van Joosten aan de Singel 279. Zoals de afbeelding hiernaast laat zien.
De familie Joosten heeft dus in de ontwikkeling van de Nederlandse watersport een grote functie gehad gedurende drie generaties.
Opa Joosten, die in 1906 begon met de import van de Archimedes buitenboord motoren en later met zijn zoon Siegfried Sr. in 1924 (nu 90 jaar geleden) begon met de import van de Albin bootmotoren en weer later toen kleinzoon Siegfried Jr. het stokje overnam in 1968, waarover later meer.
Inmiddels komen we in het midden van de jaren 50, waarin de contacten met de Albin Motoren fabriek en de familie Joosten optimaal te noemen waren. Kleinzoon Siegfried had inmiddels bij diverse werven ervaring opgedaan, maar de belangrijkste stage vond plaats in 1953 en 1954, nu 60 jaar geleden bij de Albin Motoren fabriek waarvan toen Erik Larsson de eigenaar was. Op 1 januari 1930 had Erik het bedrijf van zijn vader overgenomen.
Portret van Erik Larsson
Lars Larsson, de jongste van de 4 zonen van Erik was vanaf eind 1950 verantwoordelijk voor de wereldwijde verkoop van de Albin bootmotoren. Naast de werkzaamheden in het bedrijf van zijn vader heeft Lars in 1956 de firma Larsson Trade AB opgericht voor de verkoop (met name naar Amerika) van de P-28, een bij diverse botenbouwers in Zweden gebouwd houten zeiljacht met een lengte van 28 voet (afm. 8,53 m x 2,23 m, waterverplaatsing ca. 2700 kg), natuurlijk voorzien van een Albin bootmotor.
Directeur Erik Larsson met zijn zonen Sven, Lars en Håkan
In 9 jaar tijd, aan het eind van 1964 waren er 200 boten van het type P-28 verkocht. In die tijd nam de opkomst van de bouw van schepen in polyester een aanvang. Lars besloot voor het jaar 1965 de P-28 naast de houten uitvoering ook in een polyester uitvoering te laten bouwen.
Er werden voor dat jaar 15 houten en 25 polyester schepen gebouwd. Inmiddels had Lars in november 1964 op een reis in Amerika een bootwerf bezocht in Los Angeles en daar gezien hoe de Amerikanen op rationele wijze boten in serie fabriceerden, o.a. door montage van geprefabriceerde binnenbetimmeringen.
Hij had dit nog nooit eerder gezien en dat terwijl hij (voor de verkoop van Albin bootmotoren) al 20 jaar overal in Zweden werven had bezocht en had gezien hoe men motor- en zeilboten bouwde. In diezelfde periode zag Lars wat Joosten Sr. in Nederland presteerde met de seriebouw van de Waterland kruisers met ingebouwde Albin motoren. Seriebouw was in die tijd duidelijk in opkomst. Lars vond dat hij dat in Zweden met Larsson Trade AB ook kon!
En zo werd, naast de motorenfabriek waarvan Lars Larsson inmiddels eigenaar was sinds 1962, in 1966 de werf van Larsson Trade AB geboren: … bootjes bouwen in eigen regie en in grote series.
In een later stadium is de handelsnaam Larsson Trade AB veranderd in de naam ALBIN MARIN AB. De Albin Historie, het verhaal van de opkomst, het succes en de neergang van de Zweedse Albin pleziervaartuigen kunt u lezen op onze website, klik hier
Het bekende logo van ALBIN MARIN
In hetzelfde jaar, in 1966, is de handelmaatschappij S. Joosten NV door vader Joosten verkocht, en was Siegfried Jr. dus niet meer “het zoontje van de baas”. Dat bleek voor hem een minder verkwikkende omstandigheid en dus zocht hij naar andere mogelijkheden.
Die kwamen er, omdat de nieuwe directie van het toen kort daarvoor verkochte S. Joosten NV in Amsterdam niet goed overweg kon met de directie van Albin in Zweden en er met name onenigheid ontstond over de manier van importeren van hun schepen in Nederland.
Op één van de dagen in het najaar van 1968 waarop beide directies overleg voerden kreeg Siegfried Jr. ’s avonds om 23 uur nog een telefoontje van Lars Larsson: of hij nú meteen nog naar Amsterdam wilde komen……..kort gezegd: Albin Nederland NV werd feitelijk die avond nog gestart!! Siegfried werd directeur eigenaar en Albin Zweden werd voor 50% mede aandeelhouder.
Een suikerzakje van S.Joosten NV…..!
De import van zowel de Albin motoren als de Albin boten werd voortgezet door Albin Nederland NV in Weesp, waar Siegfried toen woonde. De eerste jaren in een van de Gemeente Weesp gehuurd pand op industrieterrein Noord. Daarna werd het “oude” zwembad aan de Vecht van de Gemeente Weesp gehuurd (een markant houten pand, het staat er nog steeds en is thans in gebruik bij de roeiclub van Weesp) en weer later is men verhuisd naar een locatie op het iets noordelijker aan de Vecht gelegen industrieterrein Nijverheidslaan.
We laten Siegfried Joosten Jr. hier aan het woord, in zijn eigen beschrijving:
Na stage te hebben gelopen in het buitenland bij onder andere ALBIN, MAX SIEVERT en AGRIA ben ik na de militaire dienst in 1958 in het bedrijf van mijn vader gaan werken. Ik ben daar begonnen als chef werkplaats en na enkele jaren werd ik als verkoopleider verantwoordelijk voor de afdeling motoren waar naast het merk ALBIN ook buitenboordmotoren van het Zweedse merk HUSQVARNA en motoren van de merken WATERMOTA uit Engeland, STUART TURNER uit Engeland, LOMBARDINI uit Italie en PORSCHE industrie motoren uit Duitsland deel uit maakten.
De werkplaats van Joosten in hartje Amsterdam
Nadat mijn vader in 1966 zijn bedrijf (er werkten toen 65 man) had verkocht ben ik daar nog twee jaar blijven werken. In die tijd deed zich het volgende voor. In het streven naar productie verhoging van de ALBIN motoren is ALBIN begonnen met de seriebouw van pleziervaartuigen met ingebouwde ALBIN motor.
Als eerste kwam het nu bekende kajuitzeiljacht Albin Vega op de markt. De botenafdeling van de in 1966 gekochte handelmaatschappij S. Joosten N.V. introduceerde de Albin Vega met bouwnummer 110 op de Hiswa in 1967. Wim ter Veld en Dick Heslenfeld namen met de Vega 110 in 1967 deel aan de 24 uurs race.
Niet lang daarna ontstond er een conflict tussen ALBIN Zweden en de directie van S. Joosten NV over de verkoopprijs van de Albin Vega op de Nederlandse markt. Joosten vroeg fl. 41.000,-- en ALBIN vond fl. 31.000,-- meer dan voldoende. ALBIN had belang bij de verkoop van een groot aantal in serie gebouwde schepen tegen een scherp concurrerende prijs. Die ruzie over de prijs heeft geresulteerd in een complete breuk met S. Joosten NV en het begin van ALBIN NEDERLAND N.V. . ALBIN NEDERLAND N.V. is door mij eind 1968 opgericht bij de kamer van koophandel. Het maatschappelijk aandelen kapitaal bij oprichting bedroeg fl. 100.000,-- ,waarvan gestort fl. 22.000,-- verdeeld in twee gelijke delen van fl. 11.000,--. Ik was hiermee vanaf het begin niet alleen 50% aandeelhouder, maar ook de enige directeur.
De Albin-25 is het tweede pleziervaartuig dat door Albin op de markt werd gebracht. De Albin-25 is speciaal ontworpen voor de nieuwe dieselmotor type AD-2 van ALBIN. Een prototype van de Albin-25 is in het najaar van 1968 uitvoerig getest.
Direct daarna is men gestart met de serieproductie en de introductie aan het publiek vond plaats tijdens de botententoonstelling in januari 1969 in Malmö. Het resultaat was overweldigend. De gehele jaarproductie was al verkocht voordat men met de serieproductie was begonnen. Na publicatie van een aantal uitvoerige boottesten (waaronder zeer extreme) in een vooraanstaand Zweeds watersport tijdschrift, werd de Albin-25 door een zeer deskundige jury in Zweden eenstemmig gekozen tot “DE BOOT VAN HET JAAR 1969”
Lars Larsson, eigenaar van zowel de motorenfabriek als de botenfabriek heeft de botenfabriek (ALBIN MARIN AB) op 1 oktober 1973 verkocht aan een grote bierbrouwerij, Aktiebolaget Pribo (Prippsbolagen).
Lars Larsson had toen in een tijdsbestek van 7 jaar de botenfabriek uigebouwd tot een van de grootste botenfabrieken in de wereld en de grootste fabriek van pleziervaartuigen in Europa. In 1973 was de totale productie bijna 1300 stuks waaronder de 2000 ste kajuitzeilboot van het type ALBIN VEGA.
Lars Larsson
Met de aankoop van de botenfabriek had de nieuwe eigenaar, (de bierbrouwer dus), grootse plannen. Er moest een nieuwe fabriek worden gebouwd, goed voor de productie van 2500 boten per jaar, voor zowel de bestaande als nieuw te ontwerpen pleziervaartuigen.
Een grote fabriek met een totaal vloeroppervlak van 25.000 m2. Kosten 30 miljoen Zweedse Kronen, omgerekend 20 miljoen Gulden. De nieuwe fabriek is in 1975 in gebruik genomen.
De nieuwe botenfabriek
Helaas is alles anders verlopen dan gepland. In 1978 werd het al duidelijk dat er voor de geplande productie van 2500 boten geen markt meer was. In 1978 heb ik de overige 50% van de aandelen ALBIN NEDERLAND verworven en werd ik 100% eigenaar van de toko. Twee jaar later in 1980 ging de botenfabriek ALBIN MARIN failliet. Wat overbleef was Albin Motor waarmee ik zaken ben blijven doen tot 1996. Op 60 jarige leeftijd, in 1996 heb ik ALBIN NEDERLAND B.V. (B.V. verplicht sinds 1972) opgedoekt en later laten uitschrijven bij de kamer van koophandel. Ik geniet nu al 18 jaar van mijn pensioen dankzij de verkoop van heel veel bootmotoren, heel veel onderdelen voor de motoren en heel veel pleziervaartuigen van het merk ALBIN.
Het einde van de werf in Zweden, in 1980, had alles te maken met het feit dat Lars Larsson in 1973 de werf heeft verkocht. Onder leiding van Lars was het eigenlijk een assemblage fabriek: alle onderdelen van de boten werden door diverse toeleveranciers geleverd en ter plaatste in elkaar gezet.
Dat betekende dat er een perfecte inkoop en werkindeling moest plaatsvinden, die tot 100% nauwkeurig gepland moest worden. Voor de productie van 1300 boten was er naast het casco, dek en opbouw onder andere het volgende nodig: 5200 bootkussens en matrassen, 3900 bolders, 1300 trappen, 1300 spoelbakken, 1300 toiletjes, noem maar op. Masten van Selden, motoren van Albin en Volvo en, om niet te vergeten 1300 compleet geprefabriceerde binnenbetimmeringen…… alles moest precies gepland worden en op het juiste moment worden aangeleverd voor de assemblage.
Lars maakte daarvoor gebruik van de goed geoliede inkoop afdeling van de Albin Motoren fabriek, waarvan hij ook eigenaar was. Voor de assemblage van de motoren was immers ook de betrouwbaarheid van de afdeling inkoop en aanlevering van alle onderdelen voor de assemblage op het juiste moment van essentieel belang
Casco´s Albin 25 bij de fabriek, klaar voor afbouw
De nieuwe eigenaar, Pribo (de bierbrouwer), had hier niet veel kaas van gegeten en vond dat ze de productie ook zelf konden….in een geheel nieuwe fabriek……. en met name daar ging het mis.
Vervolgens werden o.a. werven als Shipman en Marieholms Bruk ingelijfd, en de ondergang was ingezet.
De grootste botenfabriek van Europa was daarmee geschiedenis.
Vanaf 1968 tot 1980, het jaar waarin Albin Marin failliet ging hebben Siegfried en Ilja gedurende 12 jaren de opkomst, de glorie jaren en de ondergang van de Albin botenfabriek mogen meemaken.
Ná deze periode hebben Siegfried en Ilja Joosten Albin Nederland voortgezet met de verkoop van Albin motoronderdelen en jachtmakelaardij. In 1996 is het echtpaar Joosten gestopt met het werkzame leven en is het bedrijf beëindigd.
Siegfried en Ilja Joosten tijdens een bezoek aan ALBIN in Zweden in 1967 (fotograaf Eric Carlstedt)
Op internet zijn vele publicaties verschenen met betrekking tot het botengebeuren van ALBIN. Wij hebben er enkele uitgekozen die wij in het kader van deze geschiedschrijving het vermelden waard vinden.
Het eerste gaat over een artikel in de Waterkampioen van 1 oktober 1969 n.a.v. een bezoek van de redactie aan Albin in Zweden in september 1969. Het artikel luidt “ALBIN gooit hoge ogen op de botenmarkt” . LINK nog toevoegen !
Het tweede is eveneens van de Waterkampioen en betreft het persbericht van de ALBIN Nederland n.a.v. de Hiswa 1974 en ALBIN 50 jaar in Nederland. LINK nog toevoegen !
Natuurlijk komen er tijdens zo’n gesprek dat wij hadden met Siegfried en Ilja diverse anekdotes boven. Als je jarenlang in de bootjesbusiness werkzaam bent dan is er natuurlijk veel te vertellen.
Een paar van die verhalen: zo kwam er eens een lilliputter op de Hiswa om een boot te kopen…..vraagt die man of er stahoogte in die boot is…?
Of, de eigenaar van een broodjeszaak, die een Albin 30 motorkruiser kocht en betaalde met…een enorme stapel briefjes van 5 gulden…..Ilja en Siegfried hebben nog nooit zolang zoveel geld geteld!
Of de leveranties aan Duitsers…..om de btw te omzeilen (iets wat overigens volkomen legaal is als je verkoopt aan buitenlanders) was er een truc bedacht: met de betreffende boot werd van Weesp naar de sluizen van IJmuiden gevaren en aangelegd voor de zeesluis. Daar werd in de loop van de middag gemeld dat men wilde uitklaren…geen probleem, alle papieren ingevuld, en dan nog even wachten voordat men verder voer. Dat wachten werd aan boord gedaan, en als het dan 17.00 uur was geworden, kwam er de wisseling van de wacht, beter gezegd de wisseling van het douane personeel, en voer men even na 17.00 uur weer weg…maar niet richting zee!! Men had zich “bedacht” en voer terug naar het IJsselmeer of Friesland waar men een vaste ligplaats had gehuurd. Zo deden die Duitsers dat!!! Dàt kon nog in de jaren 70…….
Ook kwam het voor dat een nieuwe eigenaar de boot zelf wilde ophalen in Zweden, terwijl normaal gesproken de boten per schip van de Tor Line naar Nederland kwamen. Maar toen kregen wij een klant die zo lang mogelijk van zijn vakantie in Zweden wilde genieten. De klant wilde de boot in Zweden in ontvangst nemen en daarna aanleveren bij de Tor Line. Wij dienden dan daar voor een cradle te zorgen. Zo gezegd zo gedaan. Schip aan boord en klant aan boord van de ferry……. komt in IJmuiden de douane aan boord. Iedereen met de pas in de hand langs de douane. Vraag van de douane: “heeft u iets bij u, iets in te klaren?” Antwoord: “ja, een boot…….” maar dáár wisten de heren van de douane geen raad mee, want zij stonden daar voor de drank en sigaretten, dus zeiden ze: “loopt u maar door !!” Die jaren 70 toch……….
Of die directeur van Philips, die zijn vrouw wilde verrassen met een Albin 25…..die boot werd in ontvangst genomen, met de vrouw van die directeur op naaldhakken……de Albin 25 was twee weken later terug om weer verkocht te worden…….
Siegfried en zijn vrouw Ilja genieten nu duidelijk van een welverdiende “oude dag” . ’s Zomers in Nederland, ’s winters in het zuiden van Spanje waar hun dochter en schoonzoon een bedrijf runnen met de verhuur van campers in Spanje via hun website: www.spanjecamper.nl (klik op de link voor meer info)
De naam Joosten is voor de Nederlandse watersport belangrijk en invloedrijk geweest. Mede dankzij de inzet van zowel grootvader, vader en zoon Joosten is er voor heel veel mensen in Nederland een mogelijkheid geschapen om sinds 1906 te genieten van een watersport-leven door de aankoop van een buitenboordmotor, een binnenboordmotor of een kompleet schip met ingebouwde motor.
Met name de Albins waarvan er honderden de Nederlandse wateren bevaren, maar ook de Waterland kruisers, zowel in staal als polyester, hebben in grote aantallen het water mooier gemaakt!
Merken die voor iedere beurs een mogelijkheid boden. Al deze merken boten en motoren zijn nog steeds een bekende verschijning op de meren, plassen en rivieren.
En dan hebben wij het nog niet eens over de levering van scheepsmotoren voor de beroepsvaart. Wat te denken van de Albin G-62 dieselmotor, inhoud 6 liter, vermogen 120 pk in standaard en185 pk in Turbo uitvoering bij 1800 toeren, geschikt voor vissersboten, loodsboten, havenboten, veerboten enz. De zwaardere motoren werden ook in Nederland geleverd. Voor de ruilverkaveling in Noord Holland werden er Albin motoren geleverd voor inbouw in de koolscheepjes. En ga zo maar door!!! Duizenden en duizenden boten zijn er in de loop der jaren in Nederland voorzien van binnen- en buitenboord motoren welke door de drie generaties Joosten werden geleverd vanaf 1906. Leveranties van ALBIN motoronderdelen vanuit Zweden vindt nog steeds plaats. Voor reparatie kan men terecht bij: www.Albinmotor.nl
Wij willen Ilja en Siegfried danken voor de geboden gelegenheid kennis met hen te kunnen maken en danken hen voor de genoten gastvrijheid en medewerking bij het tot stand komen van deze mooie reis door de tijd…..
Maarten & Arthur
Interessante web sites:
http://www.waterlandclub.nl/index.php/type-waterland.html
Link naar een fotoalbum van een hele mooie Beijnes Waterland
http://www.anwbwatersport.nl/botenmarkt/nationale-boten-database/18377/waterland-600.html
http://www.anwbwatersport.nl/botenmarkt/nationale-boten-database/12575/waterland-700.html
Afbeeldingen en links in deze uitgave mede afkomstig van;
Privé collectie S. Joosten
Het boekje 100 jaar Albin, geschreven door Olle Andersson en Bengt Landh
Het Maritiem Museum te Stockholm
Het Maritiem Digitaal
De Waterkampioen uit 1969 en 1974
Copyright 2016